Over Keltische riemen & riemhaken

Celtic belt hook

Bij de Keltische en Germaanse volkeren van de vroege IJzertijd waren Keltische riemen en riemhaken een veelvoorkomend en belangrijk kledingaccessoire. Ze vervulden zowel een praktische als een symbolische functie: enerzijds hielden ze kledingstukken zoals broeken, tunieken en peploi op hun plaats, anderzijds dienden ze als statussymbool en uiting van artistieke smaak. Zowel mannen als vrouwen droegen riemen met haken, vaak vervaardigd uit ijzer of brons.

Constructie en gebruik

Riemhaken werden doorgaans gebruikt in combinatie met leren riemen. De werking was vergelijkbaar met een knoop: de leren riem had een gat of opening waarin de haak kon inhaken. Hierdoor bleef de riem stevig op zijn plaats, zonder dat er een gesp nodig was. Deze vorm van sluiting was efficiënt en liet ruimte voor decoratie op de zichtbare delen van de riemhaak.

Typologie en verspreiding

Archeologische vondsten tonen een grote variëteit aan riemhaken: van eenvoudige, onversierde ijzeren exemplaren tot rijk gedecoreerde bronzen haken uit elitegraven, zoals in Hallstatt. Een typerend model uit de vroege La Tène-periode is de zogenaamde kistvormige of bipartiete riemhaak met plaat, vaak met een uitsteekhaak voor bredere riemen. Deze kwamen voor in zowel vrouwelijke als mannelijke contexten.

Kistvormige riemhaak / Bipartiete haak met plaat


Dit type riemhaak bestaat uit een grote rechthoekige of vierkante plaat, meestal van ijzer of brons, met aan één zijde een uitsteekhaak. Deze haak werd door een gat in de leren riem gestoken om de riem te sluiten. Dergelijke riemhaken werden vaak gedragen bij brede leren riemen, zowel door mannen als vrouwen. Sommige exemplaren zijn rijk versierd met fantasiedieren, meanderpatronen of gestileerde griffioenkoppen, wat wijst op hun gebruik binnen elitekringen. Ze komen vooral voor in Midden-Europa en zijn typerend voor de La Tène A–B1-periodes (ca. 450–300 v.Chr.).

Haak met draagoog of lus (Ösenhaken)

Deze haken hebben een ronde of ovale vorm, met een lus of oog aan de achterkant waarmee ze aan een riem of textiel bevestigd konden worden. Ze functioneerden vaak als onderdeel van een gesp mechanisme of als eindstuk van een riem. Ze zijn aangetroffen in contexten uit zowel de Hallstatt- als de vroege La Tène-periode, en komen veel voor in Zuid-Duitsland, Oostenrijk en Tsjechië. Ze dateren uit de Hallstatt D–La Tène A-periode (ca. 600–450 v.Chr.).

Haak met S-vorm (S-Haken)

De S-vormige haak is symmetrisch en vaak vervaardigd uit ijzer. Dit type werd veelal in paren gebruikt als sluiting voor kleding of riemen. Ze zijn vooral bekend uit vrouwelijke graf contexten en dateren doorgaans uit de Hallstatt C–D-periodes (ca. 800–600 v.Chr.). De S-vorm suggereert een eenvoudige maar doeltreffende sluiting techniek.

Enkele haak (Einhaken)

De eenvoudige, enkelvoudige haak is meestal uit ijzer gesmeed en heeft een rechte of licht gebogen vorm. Deze haken zijn functioneel en doorgaans niet versierd, wat wijst op een utilitair gebruik. Dit type is wijdverspreid en zeer algemeen gedurende de gehele vroege IJzertijd in Europa, grofweg van de 9e tot de 5e eeuw v.Chr. (ca. 900–400 v.Chr.).

Haak met zoömorf eindstuk

Sommige riemhaken hebben een eindstuk in de vorm van een dierenkop, zoals een vogel, ram, stier of griffioen. Deze zijn vaak decoratief en worden in verband gebracht met elite-uitrusting en ceremoniële contexten. De stijl van de versieringen vertoont vaak Oosterse invloeden, kenmerkend voor de vroege La Tène-kunst. Zulke haken zijn aangetroffen in Slowakije, Oostenrijk en Zuid-Duitsland. Ze dateren uit de vroege La Tène-periode (ca. 450–350 v.Chr.).

Platenhaak zonder kast (Flachhaken)

De platenhaak bestaat uit een platte, langwerpige plaat met een eenvoudige haak aan het uiteinde, maar zonder de kastvormige structuur van de bipartiete variant. Ze werden vermoedelijk gebruikt voor praktische toepassingen, zoals het bevestigen van gordels of werktuigen. Dit type is minder gebruikelijk en komt vooral voor in Noordoost-Europa. De meeste voorbeelden worden geplaatst in de late Hallstatt- tot vroege La Tène-periode (ca. 550–400 v.Chr.).

Gecombineerde gesp-haak (Haken mit Schnallenfunktion)

Dit type vormt een hybride tussen een haak en een gespmechanisme. Het ontwerp wijst mogelijk op een overgangsfase in sluittechnologie, waarin Keltische en mediterrane invloeden samensmolten. Deze riemhaken zijn zeldzaam en worden incidenteel aangetroffen in grensgebieden van Keltisch-Romeinse invloed, met name in Gallië. Ze dateren meestal uit de La Tène B–C-periodes (ca. 350–150 v.Chr.).

Riemen bij de Keltische en Germaanse krijgsklasse

Riemen en riemhaken speelden een opvallende rol in de militaire en symbolische uitrusting van Keltische krijgers. Meerdere archeologische vondsten en kunstwerken uit de late IJzertijd tonen aan dat de riem niet slechts een praktisch object was, maar ook een krachtig symbool van krijgerschap en identiteit.

Een terracotta figuurtje uit Egypte (220–180 v.Chr.), dat nu in het British Museum wordt bewaard, toont een naakte Keltische huursoldaat — waarschijnlijk een Galatiër — gekleed alleen in een mantel en een riem. Een ander voorbeeld is het bronzen standbeeld van een Gallische krijger uit Saint-Maur-en-Chaussée (Oise, Frankrijk), daterend uit de 1e eeuw v.Chr. of de 1e eeuw na Chr. (Musée départemental de l’Oise). Deze krijger draagt een torc om zijn nek en een brede riem met een duidelijk zichtbare riemhaak om zijn middel, beide statussymbolen binnen de krijgerelite.


Ook in de beeldhouwkunst verschijnen vergelijkbare motieven. Fragmenten van een reliëf frieze uit Civitalba (Marken, Italië) tonen twee Keltische krijgers, volledig naakt behalve hun mantels en riemen. Het motief van de naakte krijger — slechts gekleed in riem en soms een mantel — komt herhaaldelijk voor, bijvoorbeeld op de beroemde Steen van Hirschlanden (Baden-Württemberg, Duitsland). Deze stenen krijgerfiguur stond ooit bovenop een imposante grafheuvel en toont mogelijk een stamhoofd, naakt behalve zijn hoofddeksel en riem. Aan de riem draagt hij een zwaard of dolk.


Een vergelijkbare voorstelling is te vinden op de Steen van Osuna in Andalusië (Spanje), waar een Iberische krijger in La Tène-uitrusting met een falcata wordt afgebeeld, opnieuw met een brede riem prominent aanwezig. Ook de bekende Braganza-broche, een gouden Keltiberisch kunstwerk, toont een strijdende krijger die het opneemt tegen een fabeldier — mogelijk een draak of wolf — eveneens naakt, op zijn helm en riem na.

Het terugkerende motief van de naakte krijger met enkel een riem kan in verband worden gebracht met de Kurgan-stèles uit de Proto-Indo-Europese wereld (ca. 3000 v.Chr.), waarop krijgers eveneens slechts met riem en wapen zijn afgebeeld. Binnen de Keltische krijgerscultuur zou de riem zo niet alleen functioneel zijn geweest, maar ook symbool hebben gestaan voor lidmaatschap van de krijgersklasse, trouw aan een stam of deelname aan een oorlogsbende (cómos of koryos).


Deze traditie van de riem als statussymbool bestond ook in het Romeinse leger, waar het afnemen van de riem (cingulum militare) gold als een van de zwaarste vernederingen die een legionair kon ondergaan — het ontnam hem zijn eer als krijger. Mogelijk wortelt deze gewoonte in oudere Proto-Indo-Europese overgangsrituelen, waarbij jonge mannen, gewapend met speer en slechts gekleed in een riem, naar de wildernis werden gestuurd om zich als krijger te bewijzen en vermogen te vergaren.

Riemgesp

Hoewel de meeste Keltische riemen werden gesloten met haken, toont het standbeeld van de Gallische krijger van Vachères (1e eeuw v.Chr., Musée Calvet, Avignon) een riem met een gesp. Dit zou kunnen wijzen op Romeinse invloed tijdens of na de Gallische Oorlogen, waarbij de gesp als sluitmechanisme langzamerhand terrein won binnen Keltische gebieden.

Vondsten en versieringsstijlen

Een bijzonder fraai voorbeeld van een Keltische riemhaak werd gevonden in Prašník, Slowakije. Deze ijzeren riemhaak heeft een rechthoekige plaat en een haak in de vorm van een fantasiedier met amandelvormige ogen en meanderpatronen – typisch voor de vroege La Tène-kunst. De decoratie toont griffioenkoppen, een oosters motief dat via luxevoorwerpen in de Keltische kunst is beland. Vergelijkbare haken zijn gevonden in Schwabsburg, Želkovice en op de Oostenrijkse begraafplaats Herzogenburg-Ossarn.

Culturele betekenis en symboliek

De aanwezigheid van complexe diermotieven zoals griffioenen of stierenkoppen wijst op meer dan alleen een praktische functie. Zulke symboliek kan verwijzen naar bescherming, macht of goddelijke connecties.

Maak het verschil, doneer nu!

Lees onze nieuwste blogs!