Stel je eigen harnas samen met onze middeleeuwse replica kurassen. Snelle verzending en uitstekende klantenservice. De winkel voor reenactors.
In de middeleeuwen ontwikkelde het lichaamspantser zich razendsnel, en één van de belangrijkste onderdelen daarvan was de kuras: het borst- en rugpantser dat de romp volledig beschermde. Waar in de vroege middeleeuwen vooral maliënkolders werden gedragen, ontstond vanaf de 14e eeuw een steeds geavanceerder systeem van stalen platen die samen een flexibel en toch zeer stevig harnas vormden. De kuras, bestaande uit een borstplaat en rugplaat, werd het hart van het middeleeuwse ridderspantser.
Veel middeleeuwse kurassen werden aangevuld met extra bescherming voor de onderbuik en heupen. Een belangrijk onderdeel hierbij was de plackart, een versterkende plaat die het onderste deel van de romp afschermde. Deze plaat werd vaak bevestigd over de borstplaat heen en kon vast bevestigd zijn of schuiven voor meer bewegingsvrijheid. In vooral Duitse gotische harnassen werd de plackart rijk gedecoreerd met diepe lijnen en fluting, wat niet alleen sierlijk was maar het staal ook extra sterk maakte.
Onder de plackart bevonden zich de faulds: horizontale, overlappende stalen lamellen die als een soort metalen rok de heupen en taille omsloten. Faulds waren flexibel genoeg om te bewegen tijdens gevechten, maar stevig genoeg om slagen en pijlen af te weren. Aan de onderzijde konden tassets worden bevestigd, platen die de bovenbenen beschermden – essentieel voor ridders te paard én te voet.
Aan de achterkant droeg men vaak een culet, een vergelijkbare constructie van lames die de onderrug en billen beschermde. Zo vormden kuras, plackart, faulds, culet en tassets samen een volledig middeleeuws romppantser dat zowel beweeglijkheid als maximale bescherming bood. Deze harnasonderdelen groeiden uit tot kenmerkende elementen van ridderlijke uitrustingen in de late middeleeuwen en renaissance.