Messer: het "mes"-zwaard van de late middeleeuwen

Grosses messer

Het Messer (Duits voor “mes”) is een bijzonder wapen dat in de 15e en 16e eeuw in gebruik was. Het gaat om een enkelzijdig geslepen zwaard dat zich onderscheidt van andere zwaarden door zijn constructie, die sterk lijkt op die van een groot mes. Vooral de grip – opgebouwd met technieken die ook voor messen werden gebruikt – maakt het mesachtig van aard. Daardoor vormt het Messer een unieke tussenvorm tussen het gebruiksmes en het militaire zwaard.

Verschillende soorten Messers

Binnen de verzamelnaam Messer vallen meerdere varianten, die vaak in de bronnen door elkaar worden gebruikt. Toch kunnen we een aantal hoofdgroepen onderscheiden.

De Bauernwehr

De Bauernwehr (“boerenmes” of “boerenzijwapen”), ook wel Hauswehr (“huishoudmes”), was een enkelhandig mes dat primair voor alledaags gebruik en zelfverdediging werd gedragen. Het had een klinglengte die varieerde van bescheiden messen van circa 15 centimeter tot grotere varianten van ongeveer 35 centimeter. Dit wapen bevond zich daarmee op de grens tussen gereedschap en verdedigingswapen.

Langes Messer en Großes Messer

Daarnaast waren er de Messer, Langes Messer en Großes Messer (“mes”, “lang mes” en “groot mes”). Dit waren in wezen enkelhandige zwaarden die bedoeld waren voor zelfverdediging. Hun klingen liepen uiteen van ongeveer 45 centimeter tot wel 90 centimeter. Hoewel de meeste grepen enkel voor éénhandig gebruik waren bedoeld, konden sommige grotere exemplaren een verlengde grip hebben die het gebruik van een tweede hand mogelijk maakte.

Kriegsmesser

De grootste en meest indrukwekkende categorie was het Kriegsmesser (“oorlogsmes”). Dit waren echte militaire wapens, ontworpen voor gebruik met twee handen. Ze konden een totale lengte van 1,00 tot 1,35 meter bereiken, waarbij de kling soms tot 1 meter lang was. De Kriegsmesser was een favoriet onder professionele soldaten in de 15e en 16e eeuw, met name de beroemde Landsknechte, die bekend stonden om hun formidabele aanwezigheid op de slagvelden van Europa.

Naamgeving en gebruik

De benamingen voor de verschillende soorten messers waren in de praktijk niet strikt afgebakend. Er zijn geen bekende middeleeuwse bronnen die exact codificeren wat de grens is tussen een Bauernwehr, een Langes Messer of een Kriegsmesser. Zo kon een groot boerenmes net zo goed een Messer worden genoemd, en een fors Großes Messer kon in een andere context evengoed worden aangeduid als Kriegsmesser. De termen waren dus grotendeels subjectief en afhankelijk van gebruik en context.

Wat deze wapens gemeen hadden, was hun veelzijdigheid. Het Messer combineerde eigenschappen van zowel het mes als het zwaard: eenvoudig en robuust van constructie, maar in staat om dodelijke slagen en krachtige steken uit te voeren. Daarmee was het geschikt voor zowel het dagelijks leven als het slagveld.

Het Messer in de Elmslie typologie

Omdat de terminologie vaak verwarrend is en de historische aanduidingen onderling overlappen, heeft de wapenonderzoeker James G. Elmslie een systematische typologie ontwikkeld. Deze typologie classificeert Europese enkelgeslepen wapens, waaronder het Messer en de falchion. De systematiek van Elmslie is vergelijkbaar met de bekende Oakeshott-typologie, die vooral wordt gebruikt voor dubbelgeslepen ridderzwaarden (arming zwaarden).

Dankzij deze classificatie is er meer duidelijkheid gekomen over de morfologische variatie van deze wapens, waarbij niet alleen naar de lengte, maar ook naar vorm, balans, gripconstructie en klingprofiel wordt gekeken. Zo kunnen onderzoekers beter onderscheid maken tussen de vele verschillende wapens die in de bronnen allemaal als “Messer” worden aangeduid. De ontwikkeling in de ‘klauw’-vormige punt van de kling is een kenmerkend criteria om de Messer in te schatten op tijdsperiode. Latere Messers hadden een rechte kling die veel wegheeft van een zwaard. 

Zodoende kunnen sommige vroeg 16de eeuwse Messers worden gezien als een voorloper van het latere backzwaard, deze zwaarden waren aan één kant scherp geslepen. De ontwikkeling hiervan greep onbewust terug naar de Germaanse en later Viking traditie waarbij saxen en later zwaarden eenzijdig werden geslepen en ideaal waren om houwen mee uit te delen. Het grote voordeel van een eenzijdig geslepen zwaard is dat het goedkoper in productie en onderhoud was dan een tweezijdig geslepen zwaard. De kling aan de rug kon breder worden gehouden, waardoor de doorsnee van de kling minder geavanceerd hoefde te zijn dan bij andere zwaarden. 

Geschiedenis van het Messer

Het Messer lijkt zijn oorsprong te hebben gevonden in Zuid-Duitsland, Zwitserland of Noord-Oostenrijk in de eerste jaren van de 15e eeuw. Het begon als een klein Bauernwehr of Hauswehr, civiele messen van eenvoudige status, gebruikt door de lagere klassen. De exacte ontstaansdatum is onzeker, maar de oudst bekende afbeelding dateert van omstreeks 1430. Waarschijnlijk was het gebruik van het Messer als wapen geïnspireerd op de vroegere falchions

De messen werden geleidelijk steeds groter, en tegen het einde van de jaren 1440 duiken afbeeldingen van messers ter grootte van een zwaard op in Fechtbücher (vecht- en schermhandboeken).

Hoewel de naam Messer Duits is, zijn wapens met een Messer-heft teruggevonden in veel andere Europese regio’s, vaak onder lokale namen. Voorbeelden zijn gevonden in Nederland en Noord-Frankrijk, maar ook in IJsland, Zweden, de Baltische landen, evenals in Polen, Tsjechië, Hongarije en Roemenië. Ten zuiden van Duitsland zijn ze aangetroffen in Zwitserland, Oostenrijk, Slovenië en het noordelijke deel van de Balkan.

De verspreiding van het Messer hangt samen met productiecentra zoals Passau en Solingen, en met middeleeuwse handelsroutes via rivieren en de scheepvaartroutes van de Hanze. Hierdoor is het waarschijnlijk dat sterk gelijkende Messers, aangetroffen in bijvoorbeeld IJsland, Noord-Duitsland en Noord-Polen, geen lokale producten waren, maar het resultaat van export van Passauer klinges in de late 15e en vroege 16e eeuw.

Het belang van het Messer

Het Messer neemt een bijzondere plaats in binnen de wapenontwikkeling van de late Middeleeuwen en de vroege Renaissance. Net als de falchion was het wapen aanzienlijk goedkoper dan het zwaard, maar ontwikkelde het in latere tijden steeds meer richting een tweesnijdend zwaard. Vanaf dat moment evolueerde het wapen langzaamaan richting het backsword. Van boeren en burgers tot huurlingen en beroepssoldaten: het Messer bood een betrouwbaar en veelzijdig wapen, dat eeuwenlang in verschillende vormen in gebruik bleef.


Maak het verschil, doneer nu!

Lees onze nieuwste blogs!